Onderbehandeld

De term onderbehandeld is nieuw voor mij. Ik kende al wel overgediagnosticeerd en over getherapeutiseerd. Overigens alle drie woorden waar Microsoft Word een rode streep onderzet. In die zin lig ik voor op dit tekstverwerkingsprogramma.

Ik ben het niet zelf die te horen kreeg dat hij ‘onderbehandeld’ is. Mijn echtgenote kreeg dit over mij te horen toen zij een intakegesprek had bij een instelling voor mentale ondersteuning. Aangezien ik al sinds 2010 worstel met een depressie werd geconcludeerd dat ik ‘onderbehandeld’ ben.

Gek genoeg had ik tot voorkort juist het idee ‘overbehandeld’ of eigenlijk ‘overgetherapeutiseerd’ te zijn. Als ik praat, kan ik doorgaans invullen welke vervolgvraag mijn psychiater gaat stellen. Ik heb dan ook gesprekken met maatschappelijk werk gehad; Ik ben gezien door een GGZ-psycholoog; Ik heb groepstherapie gevolgd op wekelijkse basis; Ik heb drie maanden kortdurende klinische psychotherapie gehad, waarbij ik in een instelling verbleef; En ik loop inmiddels alweer een paar jaar bij een psychiater voor psychotherapiegesprekken.

Het maakt me boos dat iemand dus durft te beweren dat ik ‘onderbehandeld’ ben.
En meteen stel ik  mezelf dan dus de vraag: maar is dat wat je voelt nu echt woede of is het slechts een racketgevoel?
Even uitleggen: Een racketgevoel, daarmee wordt jouw favoriete rotgevoel bedoeld. Een gevoel dat als een beveiligingsscherm werkt om je te beschermen voor je werkelijke gevoel.

Het is misschien wel beangstigender om mezelf voor te stellen dat ik ‘onderbehandeld’ ben. Bovendien voelt deze term als een verwijt: alsof ik onvoldoende zou doen om van mijn depressie af te komen. Ik kan er zelf namelijk ook niet bij dat mijn somberheid en gebrek aan toekomstperspectief nu al meer dan zeven jaar duurt.

En als een depressie dan niet zo lang stand kan houden, ben ik dan wel echt depressief of kamp ik met een andere persoonlijkheidsstoornis? Is het wellicht toch Asperger en ben ik eigenlijk een autist? Of zou het toch een manische depressie zijn, want er zijn immers ook momenten dat ik me onoverwinnelijk voel en boordevol energie zit.

Overigens heb ik nu vooral een vol hoofd en voel ik me oververmoeid. En als ik heel eerlijk ben, voelt veel van wat ik momenteel doe als moeten in plaats van als willen. Als ik dit vervolgens rationeel benader dan ben ik zelf wel diegene van wie ik dingen moet, zoals deze column maken, en dan gaat het dus eigenlijk toch om willen.

Bovendien moet ik deze column wel maken om al mijn twijfels en onzekerheden op een rij te krijgen. Zeker daar mijn psychiater onze afspraak voor deze week heeft geannuleerd. Wat ik zelf dan wel weer prima begrijp, want hij ziet bij mij toch geen progressie en dus kan er best een keertje worden overgeslagen. Dat deze tweewekelijkse gesprekken mij op de been houden en voorkomen dat ik me overgeef aan wanhoopsdaden is toch vooral mijn probleem en daar mag ik een ander, zoals mijn psychiater, dus niet voor verantwoordelijk houden.

Immers, we moeten allemaal zelfredzaam zijn. Ook al red ik het zelf niet. Niet in de laatste plaats omdat het mij beangstigd dat ook mijn echtgenote nu aanklopt voor mentale ondersteuning. Ze heeft al te horen gekregen dat er bij haar thuis iets moet veranderen. En ik denk dan al te weten wat; of eigenlijk vooral wie!

En echt, ik wil het ook anders; al heel lang. Zeker meer dan zeven jaar. En echt, ik weet dat ik veel aan het invullen ben, zonder dat ik eens goed wederhoor toepas door mijn angsten te bevragen. Mijn gedachtes in mijn hoofd schieten alle kanten op en daarbij benader ik mijn gevoelens rationeel. Alleen kan ik daarmee maar voor heel even mijn gevoel onderdrukken.

Zou het dan geen Asperger, geen depressie – ook geen manische –, maar een vorm van hoge sensitiviteit zijn? Maar dat kan toch niet. Ik ben dit dagboek toch niet voor niets begonnen? Als ik niet depressief ben, waar slaat dit Laat Ze Maar Praten-depressiedagboek dan op?

Natuurlijk duurt het mij ook allemaal te lang. Ik wil me ook graag beter en gelukkiger voelen. Ik wil ook niet accepteren dat ik al minstens zeven jaar, maar misschien al mijn hele leven depressief ben. Zeg maar: chronisch depressief. En als ik dan al ‘onderbehandeld’ zou zijn, komt dat dan niet omdat ik in plaats van over- juist ondergediagnosticeerd ben. Kortom: dat nog niet is vastgesteld waar ik nu werkelijk aan lijdt.

Vooralsnog komen de kenmerken: somberheid, piekeren, lusteloosheid & vermoeidheid nog het dichtste bij een depressie uit. En daar houd ik het dan voor nu maar op. Niet in de laatste plaats omdat ik nog veel meer te vertellen heb op deze plek: het Laat Ze Maar Praten-depressiedagboek.

En wat betreft de intakers van mijn echtgenote: waarom trek ik me daar nou toch zoveel van aan? Waarom luister ik niet naar mijn eigen filosofie; het uitgangspunt van deze columns. Bovendien ze hebben het mij toch niet persoonlijk gezegd? En daarom, inderdaad: Ik Laat Ze Maar Praten.

Trijntje oosterhuis – en eindeloos duurt het