Klootzak

Ik ben een klootzak. Althans, dat was ik. Ik kreeg dat vrij recent te horen van een oud-raadslid en wethouder van de gemeente Landerd. Hij vond dat hij mij dat nu wel ‘eerlijk’ kon zeggen, want hij hield er inmiddels een andere mening op na.

Fijn voor hem, dacht ik. En ik antwoordde, heel eerlijk, dat ik mij van geen kwaad bewust was. Ik heb wel een idee, waardoor de man mij ooit een klootzak heeft gevonden, maar over het waarom tast ik in het duister. Hij wist het zelf namelijk ook niet meer.

Ik vermoed dat de oud-wethouder mij lastig vond als radioverslaggever. Ik hechtte namelijk buitengewoon aan de waarheid. Je snapt wel dat een politicus daar niet veel mee op heeft. Inmiddels had de man me leren kennen in de functie van raadslid, dat ik in die hoedanigheid de waarheid wel hoog in een vaandel had staan is hem of niet opgevallen, of vond hij nu ineens wel een goede eigenschap. Ik vermoed het eerste!

Ik denk namelijk: niet veranderd te zijn. Ik ben nog steeds de onderdanige goedzak, die zijn kwaliteiten laat misbruiken door de echte klootzakken. De mensen, die weigeren er een gepaste beloning tegenover te zetten of je laten vallen op het moment dat je juist genegenheid nodig hebt.

Ik zou graag naam en rugnummer noemen, maar dan maakt mij dat rancuneus en dus een klootzak. En natuurlijk ben ik dat ook weleens; Ik ben  namelijk nog niemand tegengekomen, die altijd maar aardig en goed voorkomend is. Ik heb wel genoeg mensen gezien die denken dat ze dat zijn. En weet: dat zijn juist de grootste klootzakken.

Het zijn zeg maar de stugge rokers in een niet-rokenomgeving. De blinden, die ondanks een verbodsbord met daaronder de tekst: verboden te roken, toch nog een sigaret opsteken. En, die zeggen, als je daar dan iets van vindt: “dan moeten ze maar controleren op het naleven van het rookverbod.”

Ik was dus op Paaspop, waar het roken in de tenten verboden is, maar waar wel op twee plaatsen sigaretten verkocht werden; Laat mij je niks vertellen over: signaalwerking.

Wat ik persoonlijk erg grappig vond is de tekst: “Roken vergroot de kans op blindheid,” op een pakje peuken van zo’n rookverbodnegeerder.  Een roker is namelijk per definitie blind. Anders zouden, die teksten en afbeeldingen op de verpakking wel zin hebben. En daardoor snapte ik meteen dat de roker de rode cirkel om, en de schuine streep door, de zwarte sigaret, niet ziet en de tekst: “verboden te roken” niet leest.

Nu gebiedt de eerlijkheid me te zeggen: dat ik ook in het gezelschap van een rookverbodnegeerster was. Een vrouw, die zich verbaasde over de kleding van sommige bezoeksters op het modderige Paaspop. Zij illustreerde dit met een ironische opmerking, die ze van een andere bezoekster aan het Schijndelse festival had gehoord: “Zij maken andere keuzes.”

En ik denk nu over de oud-wethouder, de rokers, de klootzakken en, inderdaad ook de te goedgeklede festivalbezoekers: “Zij maken andere keuzes,” oftewel: (laat ze maar praten)

van dik hout – de keuzes die je maakt