“Het gezin was in beeld bij de hulpverlening.” Of: “Hij was een bekende van de politie.” En: “Hij stond onder behandeling van een psychiater.” Ik hoor deze zinnen in het nieuws en denk: daar gaan we weer, je zult maar hulpverlener zijn. Als je het goed doet hoort niemand het en als het fout gaat, schuift men de schuld in jouw schoenen.
Het is slechts aan wederkerigheid te wijten dat ik me meer thuis voel bij ‘socialisten’ dan bij ‘liberalen’. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo ruimdenkend en vol van naastenliefde. Misschien wordt het tijd eens ‘eerlijk’ in de spiegel te kijken. Ik gun vooral anderen welvaart en voorspoed in de hoop dat het mij ook wordt gegund.
Ik scheid depressieve columns af. Dit tot grote ergernis van mijn vrouw. Die verzucht, tot mijn ergernis; “Moet dat nou?” Ik reageer geïrriteerd: “Ja”, niet omdat een ander het anders doet, maar juist omdat een ander het niet doet. Ik vertel verhalen waarvan ik vind dat, hoe pijnlijk ook, deze verteld moeten worden.
Jeugdig enthousiasme of is het naïviteit laat je geloven dat je de wereld kunt veranderen. Voor ik verbannen werd naar een speciaal onderwijsschool zat ik op een Rooms Katholieke basisschool. De week werd begonnen met een ‘overweging’. Ik herinner me vooral het gezamenlijk zingen in een kring. Mijn favoriete nummer was ‘De wereld is een toverbal’.
Het voelt raar nu de kogel door de kerk is en naar buiten is gebracht dat ik raadslid word in de gemeente Landerd. Ik word overvallen door twijfels of ik hier wel goed aan doe. Natuurlijk heb ik mezelf de vraag gesteld of ik dit als journalist wel kan maken. Alleen in hoeverre was ik sinds februari 2013 nog journalist?