JeSuisCharlie

PersvrijheidIk ben bang en boos. Ik scheld, schreeuw en spui mijn ongenoegen. Soms wil ik prikkelen en op een ander moment alleen erkenning. Ik begrijp veel, maar heb voor weinig begrip. Vaak sta ik machteloos, maar tot geweld heb ik mij nog niet verlaagd.

Ik snap dat uitingen, of het nu woorden of afbeeldingen zijn, een ander pijn kunnen doen. Ik vind de vrijheid van meningsuiting een groot goed en tegelijkertijd een verantwoordelijkheid. Alleen een egoïst houdt geen rekening met de gevoelens van een ander en alleen gekken vertalen hun machteloosheid in geweld.

Het vermoorden van CharlieHebdo-medewerkers is geen vergelding voor onwelgevallige spotprenten, maar een poging om de maatschappij te ontwrichten. Zij die zich in de hoek gedrukt voelen gaan tot rigoureuze daden over. Negeren is erger dan beledigd worden. Als je veelvuldig hebt aangegeven dat jou pijn gedaan wordt, maar er wordt toch mee doorgegaan dan voel jij je genegeerd.

Machthebbers kleineren en de machtelozen worden steeds kwader. Hun ongehoorde woede drijft hen tot wanhoop. Uiteindelijk lijkt geweld nog de enige uitweg.  Het is ook moeilijk om te roepen: “Stop je doet me pijn”. Het toont je kwetsbaarheid en verhoogt je machteloosheid als er geen gehoor aan wordt gegeven.

Kun je oneindig doorgaan met kritiek leveren en spotprenten plaatsen; je beroepend op artikel 19 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Vrijheid van meningsuiting”? Nee, immers de ander heeft op basis van dezelfde verklaring recht op godsdienstvrijheid (artikel 18) en beiden worden beperkt door artikel 3:

Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.

Geweld is nooit een optie. Alleen met pen en potlood zouden we elkaar moeten bestrijden. Daarbij mag je de ander best doodwensen, maar een doodsbedreiging is uit den boze, laat staan de daad bij het woord voegen. Wel draag je daarmee zelf bij aan de haat en woede in onze samenleving.

We ‘roeptoeteren’ van alles via Facebook, Twitter en internetfora. Luisteren is er nauwelijks nog bij. Ooit kwam ik de prachtige uitspraak tegen: “De beste sprekers luisteren.” We roepen wel, maar horen niet en dus voelen wij ons allemaal genegeerd. Wanneer slaat jouw onvrede om in woede?

Misschien ben je geneigd om op de aanslagen in Parijs te reageren met woede en geweld. Deze gevoelens mogen er zijn, wees je ervan bewust, maar geef je er niet aan over. Een vergelding leidt tot een tot geweldsescalatie.

Laten we de wanhoop aanpakken. Luisteren naar de behoeftes van een ander en verklein de tegenstellingen. Dit begint met het aanpakken van de polarisatie. Verklein de kloof tussen arm en rijk, pak elke vorm van racisme aan en zorg voor gelijke kansen ongeacht afkomst, godsdienst of sekse.

Compassie leidt niet tot een ‘geitenwollensokkensamenleving’ maar zorgt ervoor dat we kritiek makkelijker kunnen relativeren en alleen zo beschermen wij het vrije woord; of het nu in de vorm van een afbeelding of een tekst is.