Familieband

Mijn zoontje gaat gebukt onder mijn conflict met mijn moeder en mijn broer. De lieverd wil graag overal bij en blij zijn. Hij hecht grote waarde aan samenzijn en houdt de familie graag bij elkaar. Ik herken het, maar wens toch dat mijn kreeftje vooral gelukkig met zichzelf wordt.

Ik kom weer in mijn ouderlijk huis. Het is mijn compromis omwille van mijn lieve lastige zoontje. Ik zal los moeten laten dat mijn moeder een dwingend karakter heeft en eist dat altijd alles op haar condities moet gebeuren en dat ze desondanks toch altijd het slachtoffer is van het gedrag of de problemen van anderen. Mocht je deze omschrijving overigens vaag vinden dan kan ik je het boek of de film ‘Vele hemels boven de zevende’ van harte aanbevelen. En nee, daar heeft Griet op de Beeck mij niet om gevraagd.

Mijn moeder zit dus doorgaans in haar slachtofferrol, maar claimt natuurlijk dat er met mij geen land te bezeilen is. Zij meent overigens dat ik diegene ben met een dwingend karakter. Laten we het er maar op houden dat, dat verwijt mij scherp houdt. Het zorgt er in elk geval wel voor dat ik het heb opgegeven om te hopen dat de familieband nog ooit daadwerkelijk hecht gaat worden.

Bij mijn ouders kom ik intussen dus weer. Ik doe dat voor mijn zoontje en omdat ik mijn vader niet heb afgeschreven. Mijn broer daarentegen, die wil ik misschien pas zien nadat hij zijn excuses heeft gemaakt. Mijn broer heeft mij op Vaderdag afgetuigd. En ik heb absoluut niet teruggeslagen. Een gevecht dat je niet kan winnen moet je namelijk niet aangaan. En ik vrees dat het herstellen van de familieband zo’n gevecht is. Dit tot groot verdriet van mijn lieve, lastige zoontje. Die overigens gezien heeft hoe zijn oom, zijn vader heeft afgetuigd en derhalve erkent dat zijn oom het ‘goed moet maken.’

Ooit heb ik op de radio geroepen: ‘Was het thuis maar zo gezellig.’ Ik heb behoorlijk veel kritiek op die opmerking gehad, want ‘dat kon ik toch niet maken.’ Toen bedoelde ik overigens dat het gezellig was met mij op de radio. Pas nu zou ik die opmerking bedoelen, zoals deze toen door mijn buurvrouw is verstaan.

Ik ben ervan overtuigd dat ik graag mensen bij elkaar houd. Ik zoek de warmte, waar het in mijn jeugd inderdaad vaak aan ontbroken heeft, op een ander; deed mijn broer trouwens ook. Bij mij was dat mijn werk bij Omroep Brabant. Het deed me ontzettend veel pijn toen Bart-Jan Cune, Fons Potters, Frank Vermeulen, Gerard de Kloet, Jordi Cebrian en René van Brakel vertrokken en Marcel Bolsius & Wim Amels overleden.

Omroep Brabant voelde jaren als mijn familie. En voor familie kom je op. Natuurlijk was mijn beleving van mijn werk geen gezonde. Helaas komt dat inzicht altijd te laat. Toen ik depressief thuis kwam zitten bleken mijn vrienden slechts mijn collega’s. De carrièretrein dendert door, omdat ik had aangegeven er liever voor te gaan liggen. Sindsdien komt mijn sprinter niet meer opgang.

Gelukkig ontmoet ik op mijn hobbelige bergpaadje, dat overigens opmerkelijk vaak naar een dal leidt, ook weer interessante en lieve mensen. Ik durf met hen alleen geen surrogaat familieband aan te gaan. Ik ben door schade en schande wijs. Je komt alleen en sterft alleen en de ander is slechts een passant.

Ooit kwam ik een kaart tegen met de prachtige tekst: ‘Friends are the Family, we choose for oursleves.’ Als ik dit even als een chemische reactie bendader dan is het grote verschil overigens dat vriendschap een reactieproduct in evenwicht is. Het is omkeerbaar, maar familie is een aflopende reactie. Je kunt je geboorte immers niet terugdraaien.

Ik weet dat mijn zoontje deze wijsheid zelf moet ontdekken in zijn leven. En ik hoop ontzettend dat hij geen problemen krijgt met een aflopende reactie en altijd van mij en mijn echtgenote blijft houden. Hoe hard hij nu al vaak roept dat hij ons haat. Andersom hoop ik dat ik ook altijd van hem blijf houden, hoe ergerlijk boos, druk, schreeuwerig en niet luisterend hij nu al vaak kan zijn.

Mijn zoontje is een echt een kreeftje, verzucht mijn echtgenote vaak als hij aanhankelijk is en verlangt naar samenzijn en familie. En hoewel ik graag mijn kanttekening plaats bij horoscopen kan ik niet ontkennen dat de kreefteristieke aspecten kloppen. Hij is liefdevol en emotioneel, fantasierijk en intuïtief, voorzichtig en geslepen, maar bovenal meevoelend en beschermend.

Het is overigens fijn dat mijn echtgenote de emoties van ons lieve, lastige zoontje aan zijn horoscoop koppelt, maar ik wil haar er dan wel even aan herinneren dat het ook kreefteristiek is om afhankelijk, humeurig, lichtgeraakt, vasthoudend en over emotioneel te zijn. En voor mij, die toch al vreest dat zijn lieve, lastige zoontje erfelijk belast is, is het een enorme geruststelling. Wellicht is het dan toch overdreven om hem naar de kinderpsycholoog te sturen.

Blijft tot slot wel overeind dat ik graag zijn teleurstelling zou willen wegnemen van de geklapte familieband en ik het nog lastig vind om uit te leggen dat hij het nodig heeft daarvoor zijn verwachtingen bij te stellen. Mijn zoontje is zes. Hij verdiend het nog om groot te dromen.

pink – family portrait