Na 13.997 dagen blies Eelco de Gooijer zijn laatste adem uit. Hij koos zelf voor zijn dood door middel van euthanasie. Zijn ondraaglijk lijden bestond uit leven. Zijn overleven werd op 29 oktober 2016 beschreven in het Brabants Dagblad. De Gooijer wilde, met zijn einde in het vooruitzicht, een lans breken voor mensen met psychisch lijden. De Gooijer verloste zichzelf op dinsdag 22 november uit zijn lijden door een infuuskraantje open te draaien.
Zittend in mijn werkkamer kijk ik in het Mellepark. Ik zie het groen van de bomen dat langzaam verkleurt naar bruin; enkele blaadjes kleuren al geel. Het regent. Het weer is momenteel net zo somber als mijn stemming. De inspiratie ontbreekt om tot iets te komen. Toch zit ik er klaar voor, achter mijn laptop.
Minister Edith Schippers (VWS) vindt dat er te weinig wordt gesproken over depressie. De volksgezondheidsminister heeft daarom een campagne gelanceerd om deze volksziekte nummer een bespreekbaar te maken. Volgens de Rijksoverheid worstelt een op de twintig Nederlanders jaarlijks met een depressie, onder jongeren zou dat zelfs een op de vijftien zijn, zo weet RTL Nieuws. In plaats van het voorkomen van depressies moet het taboe erop doorbroken worden. Maar hoe wil je begrip voor iets kweken als de patiënt zelf al nauwelijks wil accepteren dat hij ziek is?
Ik ben een ‘Wegkijker’, die conclusie viel mij verledenweek zaterdag via Twitter ten deel. Ik moet toegeven dat ik het aanvankelijk las als een verwijt van een betweterige journalist (of is dat een pleonasme). In dit geval kan ik alleen maar toegeven dat hij het inderdaad goed gezien heeft. Ik wil het soms gewoon niet meer zien.
Het is slechts aan wederkerigheid te wijten dat ik me meer thuis voel bij ‘socialisten’ dan bij ‘liberalen’. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo ruimdenkend en vol van naastenliefde. Misschien wordt het tijd eens ‘eerlijk’ in de spiegel te kijken. Ik gun vooral anderen welvaart en voorspoed in de hoop dat het mij ook wordt gegund.
Ik scheid depressieve columns af. Dit tot grote ergernis van mijn vrouw. Die verzucht, tot mijn ergernis; “Moet dat nou?” Ik reageer geïrriteerd: “Ja”, niet omdat een ander het anders doet, maar juist omdat een ander het niet doet. Ik vertel verhalen waarvan ik vind dat, hoe pijnlijk ook, deze verteld moeten worden.