Kunnen we niet een speciaal bos inrichten voor mensen die levensmoe zijn? Deze gedachte kwam in mij op naar aanleiding van mijn vorige blog. Ik blijk tegen euthanasie te zijn. Ik vind namelijk dat je een ander niet kunt vragen om jou te doden.
In Nieuwsuur vroeg de 57-jarige Martin Kock waarom hij volgens de plannen van Alexander Pechtolds D66 nog achttien jaar moet wachten. Het antwoord is eigenlijk even simpel als hard: omdat zijn leven nog niet voltooid is. Alleen heldere mensen zouden vanaf hun vijfenzeventigste om euthanasie mogen vragen. Echter, wanneer ben je nog helder?
Ik voel me een Peter Russo; eenzaam, vol goede bedoelingen en verlangend naar macht, maar steevast de verkeerde keuzes makend. Goed, ik bezoek geen prostituees en ben niet verslaafd aan drank & drugs; al valt op mijn bierconsumptie wel wat aan te merken (waardoor ik nu probeer te vasten). Peter Russo was de onfortuinlijke ‘congressman’, die in het eerste seizoen van House of Cards gouverneur wilde worden.
Het lijkt wel of er een verbod bestaat op geluk. Het ging met mij de laatste week best goed. Tenminste, dat dacht ik. Ik durfde me zelfs een beetje gelukkig te voelen. Dit uitspreken kan ik beter laten, heb ik gemerkt. De ander voelt zich dan namelijk geroepen dit te ontkrachten.
Het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt. Met deze zin citeren Acda & De Munnik in ‘Laat me slapen’ een zin uit John Lennons ‘Beautiful Boy’. Ik heb altijd met bewondering gekeken naar mensen die hun leven – met succes – wisten te plannen. De door mij gecreëerde toekomstdroom heeft mij eind 2010 opgebroken. Ik dreigde op te geven, omdat ik niet kon opgeven.
Het is vreemd, maar ik had gedacht dat het meer pijn zou doen als mijn zoontje mij: “Stomme papa,” of “Idioot” noemt. Leuk vind ik het niet, maar ik heb er meer moeite mee als hij zijn oren afschermt om mij niet te horen. Niets zo vervelend als dat een gesprek onmogelijk wordt gemaakt. Ik krijg het gevoel alsof ik de vijand ben, terwijl ik toch het beste met hem voor heb.