Landerd: bijzonder of paria?

Het rogge wordt al lang  niet meer gemaaid met een berhaak en een zicht. Toch schijnt de politiek in Landerd niet te willen beseffen dat ansichten vervagen. Rond de verkiezingen in 2014 zagen de partijen nog de noodzaak van opschaling, maar nu de vooruitgang zich met Uden aandient gaan de hakken in het zand.

Ad de Laat zingt het in Brabant, ge verandert: “Het waar wel keihard werken, maar het waar zo’n skôn gezicht. Toen we de rog(ge) nog maaiden met een berhaak en de zicht. Kouwe thee die namde mee naar ’t land. Elper rapen twee centen de mand.” De Laat vervolgt met: “Da’s geweest, dah zijn we kwijt.” Deze Nisseroise troubadour besefte in 1980 al dat de wereld niet stilstaat. Zonder overigens iets af te willen doen aan de nostalgie.

In Landerd is het veranderingsbesef onder raadsleden ver te zoeken. Die lijken te denken: ‘Als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder.’ Ze beseffen niet dat zij zich zo verzekeren van een achtergestelde positie in de regio. Immers, Veghel is gegroeid tot Meierijstad, Oss telt ondertussen 23 kernen en Grave zoekt in het Land van Cuijk de samenwerking.

De inwoners van Landerd kozen in november van 2015 voor opschaling tot de Maashorstgemeente. Het college van burgemeester & wethouders is hiermee aan de slag gegaan. De eerste stap kan samen met Uden worden gezet. Alleen lijken de Landerdse raadsleden af te haken nu het concreet wordt. En juist met de smoes dat het zonder Bernheze niet concreet genoeg is. Terwijl juist elke verandering in stappen gaat.

Naar de motieven van de raadsleden kan ik alleen maar gissen. Daarbij dringt zich het beeld op van het mogelijk kwijtraken van een hobby en vooraanstaande positie. De raadsleden lijken zich niet te realiseren dat ze hun aanzien sowieso kwijt zijn met het negeren van de wens van de inwoners. Eenieder, die politici het dienen van het eigen belang toedicht, dreigt gelijk te krijgen.

Een grotere gemeente is nodig om de dienstverlening op peil te houden en de steeds complexere taken te kunnen uitvoeren. Een gemeentelijke organisatie moet aan haar burgers zorg, wonen en werkgelegenheid kunnen garanderen. De raad zit er voor de inwoners en niet voor de eigen vrijetijdsbesteding.

Wel ernaast, trouwens!

In Landerd is geen raadhuis te vinden met een dorpspomp ervoor. Dus probeer dat beeld van die ansichtkaart uit Wim Sonnevelds Het Dorp niet vast te houden, maar schilder de toekomst rooskleurig. Dit verklaart meteen waarom een schilder aan de basis staat van VHL, de Vereniging Herindelen Landerd. Hij heeft visie, alleen moet men het wel willen zien.

Uit angst voor de verandering kan Landerd vasthouden aan de moeizame samenwerking, die de gemeente al sinds 1994 in de greep houdt. De verzekeraars in de Landerse gemeenteraad worden dan vanzelf bijzonder. Immers: een paria heeft ook een uitzonderingspositie. Het is alleen zeer de vraag of daar de inwoner van Landerd mee gediend is.