Het dode paard: Maashorstgemeente

Mijn respect is groot voor de raadsleden van Landerd en Uden. Ik waardeer de enorme energie die zij steken in het vormen van GEEN Maashorstgemeente. Mij zou het niet lukken om mijn tijd en moeite te steken in het trekken aan een dood paard. Voor de raadsleden van Landerd en Uden is die inzet echter geen enkel probleem.

Verschillende bijeenkomsten zijn er geweest tussen raadsleden uit Landerd en Uden. Samen bespraken zij de toekomst en dit heeft geleid tot een onderzoeksvoorstel. Beide raden moeten donderdag besluiten tot een verkenning om tot een bestuurlijke fusie van Landerd en Uden te komen.

Alleen een enkele Udense raadsleden en bijna alle Landerdse raadsleden zitten helemaal niet op een fusie te wachten. Er is weinig geloof dat het samengaan van Landerd en Uden op termijn tot een Maashorstgemeente leidt. Daar komt nog bij dat de Landerdse raadsleden bang zijn hun eigen belang niet meer te kunnen dienen.

Het ene raadslid heeft nog wel een boerderij om te splitsen, een ander heeft nog wat te verkopen aan de gemeente en weer een ander gunt zijn vriendjes voordelen bij het bouwen van een huis of het vergroten van de achtertuin. Ook zijn er nog raadsleden die er alleen voor het dorpsbelang zitten en verder maling hebben aan het gemeenschappelijk belang.

Aangezien elk raadslid wel weer een ander eigenbelangetje heeft, is een handjeklap snel gemaakt. En zo krabt de een de rug van de ander. Dat hiermee gemeenschapsgeld gemoeid is vormt geen enkel probleem, want in een kleine gemeente kent iedereen wel een raadslid persoonlijk en de afstand om zelf zo’n raadszetel te bemachtigen is ook niet al te groot. Niet voor niets hanteren sommigen de slogan: “Landerd zelfstandig, wel zo handig!”

Dat het cliëntelisme het vertrouwen van de burger in de politiek ernstig schaadt, drijft slechts één politieke groepering in Landerd. Het is die club die onvermoeid blijft streven naar opschaling. Gezien hun naam werd daarbij aanvankelijk gedacht aan een herindeling: Schaijk en Reek naar Oss en ’t Oventje en Zeeland naar Uden. Gezien de geuite wens van de inwoners is de inzet een Maashorstgemeente.

 

En zo blijven enkele raadsleden trekken aan een dood paard. Dat dode paard is niet de Maashorstgemeente, maar de raadsmeerderheid die zich van bijeenkomst naar bijeenkomst laat slepen, terwijl ze bij voorbaat al weten dat ze niet gaan meewerken aan de vorming van zo’n gemeente. Immers, waarom zou je iemand laten opkomen voor jouw belangen als je die zelf zeker kunt stellen.

Ik waardeer het dat praktisch alle Udense raadsleden en enkele Landerdse raadsleden op een fatsoenlijke manier tot een professioneler bestuur wilden komen. Echter, als in Landerd een cultuur van vriendjespolitiek leidend is, dan moet er maar een einde komen aan de gemeente door ingrijpen van hoger hand; de provincie. Het moge duidelijk zijn dat de professionaliteit van de ambtelijke organisatie in Landerd niet ter discussie staat. Hoewel de werkdruk op de medewerkers groot is, komt dankzij hun inzet en inzicht toch telkens de verdorven bestuurscultuur naar boven.